Nagenoeg alle belangrijke stukken in het archief zijn geïnventariseerd en daarmee breekt een periode aan waarin we kennis kunnen nemen van de aanwezige documenten. Deze keer neem ik met u de folders door, die werden gebruikt om potentiële klanten te overtuigen van de kwaliteiten van de 2cv.
De 2CV-folders
Aanvankelijk waren de folders eenvoudig en toonden de vele gebruiksmogelijkheden van de 2CV. Hiernaast zie je een voorbeeld van een folder uit 1949. Drukwerk in één kleur was voldoende om de klant te overtuigen een 2CV aan te schaffen. De belangstelling was groot en zo kon begin jaren vijftig de wachttijd oplopen tot 18 maanden.
Kijken we naar de datum van uitgifte, dan zien we dat deze meestal in het voorgaande jaar van het desbetreffende modeljaar ligt. Dit heeft te maken met de introductie van nieuwe of deels vernieuwde modellen op de Autosalon van Parijs die altijd in oktober werd georganiseerd. Dit evenement was van internationale betekenis en hier toonden de fabrikanten hun modellen voor het komende jaar.
De folders waren dan reeds gedrukt. Zodoende zien we op de folder van de 2CV met modeljaar 1966 een datum van uitgifte in 1965.
Naast het dagelijks gebruik voor werk en gezin was de 2CV ook de auto voor de avonturiers. In tal van folders, en ook brochures, lezen we hoe betrouwbaar de auto bleek onder de meest uiteenlopende omstandigheden. Citroën onderstreepte hiermee de kwaliteiten van de 2CV en deze waren in feite niet te evenaren in zijn prijsklasse.
Op latere datum in 1967 gaf Citroën een mooie vouwfolder uit met de titel “Hoogtepunten uit de geschiedenis van de 2CV”. De beelden spreken voor zichzelf, deze auto blijft door de jaren heen een trouwe reisgenoot.
In wezen bleven in de jaren vijftig de 2CV’s eenvoudig: een overwegend grijs kleurenpallet en een doelmatig interieur.
Uitzondering waren de wagens die vanaf 1952 in Vorst in België werden gebouwd. Deze werden voorzien van glimmende aluminium bumpers en de klant kon kiezen uit een breder kleurenpallet.
Groei van het wagenpark
In de jaren zestig leidde economische groei tot hogere welvaart en toenemend autobezit. Naarmate meer mensen zich een auto konden permitteren, groeide de verkoop. Echter, ook de concurrentie nam toe. De mens kreeg meer vrije tijd en wilde met de auto zijn wereld verruimen. In het segment van kleinere auto’s kreeg de klant steeds meer keuze.
In deze periode verschijnen de folders in meerkleurendruk, waarin naast de specificaties van de 2CV ook de beleving van deze auto wordt gesuggereerd.
Zo zei een docent tijdens mijn opleiding “In de eend zie je meer het type Bohémien , en in een kever het type boekhouder”. De waarheid van deze uitspraak laten we in het midden. Wat we wel weten is, dat de publiciteit de klant helpt een keuze te maken voor de auto die bij hem past. In de folders van de zestiger jaren wordt die beleving sterk benadrukt: de folders stralen vrijheid uit en de wijze waarop de eend dit mogelijke maakt.
Brochures
Citroën bevestigde nog eens extra het avontuurlijke karakter van de auto in mooie kleuren brochures zoals de “Zwerftocht van een 2CV”, waarin we een levenslustig stel de wereld buiten gebaande wegen verkent.
De ontwerpers van de folders
De publiciteit werd aanvankelijk door de Citroën importeurs verzorgd. Vanaf 1952 wordt de grafisch ontwerper Karel Suyling door de pas aangetreden directeur Froissart aangesteld om de publiciteit van Citroën Amsterdam te verzorgen.
Karel Suyling heeft tal van 2CV folders ontworpen en zijn illustraties vertellen de belangrijkste kenmerken van de 2CV, namelijk zijn veelzijdigheid en zijn eenvoud. Een auto voor werk en plezier. De teksten waren van secondair belang en ondersteunden de veelzeggende illustraties.
Door middel van zijn getekende illustraties wist Karel Suyling het gebruik van de 2CV op een hoger voorstellingsniveau te brengen. Bij het zien van de illustraties beleef je het genoegen je te kunnen voortbewegen in een 2CV. Dit gevoel werd nog eens versterkt door het hoge contrast in de illustraties. Dit zien we vooral terug in zijn serie zwart-wit posters van Citroën. In het archief bezitten wij een aantal re-prints van deze posters die destijds met toestemming van Karel Suyling zijn gedrukt.
Het lelijke eendje
Bijzonder is de creatie van het eendje van Karel Suyling die de 2CV eigenaren in 1957 als mascotte in hun auto meekregen. Aanleiding was het feit dat een journalist de Deux Chevaux in 1955 afkeurend “een lelijke eend” noemde. Karel Suyling overtuigde de directie van Citroën Amsterdam om deze benaming uit het sprookje van Hans Christian Andersen juist niet te negeren, maar in te zetten voor de promotie van de 2CV. Uit balsahout sneed hij een eendje en dit diende als voorbeeld voor het piepschuimen eendje dat aan de kopers van “een lelijke eend” werd aangeboden.
Naarmate de markt in veel landen groeide , besloot Citroën de publiciteit centraal aan te sturen. Citroën gaf het ontwerpbureau Robert Delpire opdracht voor het maken van publiciteitsmateriaal zoals de folders. Vanaf dat moment zien we alleen foto’s in de folders verschijnen.
Als onder meer grafisch ontwerper en kunstuitgever was Delpire de vormgever voor de publiciteit van Citroën. Een voor velen herkenbare uitgave van Delpire is het boek “Les Américains”, waarin één van zijn fotografen het na-oorlogse Amerika weergeeft.
Vrijheid
Delpire was een vormgever die met zijn fantasierijke beelden situaties weergaf die sterk tot de verbeelding spraken van de toeschouwers. Dit zie je bijvoorbeeld in de folder van de 2CV van 1962, waarin op soms humoristische wijze het gevoel van vrijheid en plezier werd opgeroepen. Daar is de 2CV ook voor gemaakt. Het was ook de tijd van de popart, een kunststroming waarin vooral de beleving van de toeschouwer centraal stond.
De kleurige folders van Karel Suyling en Robert Delpire vormen een groot contrast met de introductiefolder van de 2CV uit 1948. De ontwerper Théo Brugière mocht een simpele folder samenstellen met fotomateriaal dat Citroën in eigen beheer had gemaakt. Op last van de nieuwe eigenaar Michelin moesten kosten bespaard blijven en werden in die periode zelfs technische documenten in eigen huis opgemaakt. De foto’s van de 2CV zijn in een afgesloten ruimte van de fabriek gemaakt. De achtergrond werd er later in gemonteerd. De figuranten in de auto zijn personeelsleden, op de bijrijdersstoel de secretaresse van Citroën directeur Pierre Boulanger, aan het stuur de projectleider van de toen nog in ontwikkeling zijnde T.P.V en op de achterbank twee technici van de ontwikkelafdeling.
Andere landen
De 2cv werd snel een populaire auto in Europese landen. In het archief treffen we folders uit ondermeer Finland, Engeland, Duitsland en Zwitserland, Spanje en de Verenigde Staten. Aanvankelijk werden de folders lokaal door de Citroën importeurs samengesteld. Vanaf 1960 prijkt op praktisch alle folders de naam Delpire Publicité. Op de buitenlands folders zie je 2CV’s in verschillende gedaanten, met ondermeer aluminium bumpers en logo op de motorkap. Dit is het gevolg van de afwijkende modellen geproduceerd in Vorst in België en Slough in het Verenigd Koninkrijk. De 2CV’s bestemd voor de export werden voornamelijk in Vorst België geproduceerd.
Folders in het archief
Dit is slechts een korte schets van de inhoud van de folders en kon worden opgetekend uit de aanwezige documenten in het archief. Onze verzameling bevat voornamelijk folders uit Frankrijk en Nederland. Een bijzonder exemplaar is de 2CV folder uit de US, waar de 2cv in 1958 werd aangeboden. We gaan door om op beurzen de verzameling van folders te vergroten. En mocht u iets bijzonders tegenkomen, geeft u mij dan alstublieft een tip.
Robert Kaag, Archief EEEC
Bronnen: La 2CV, auteurs Borgé en Viasnoff; The Advertising Age, Encyclopedia of Advertising, auteurs McDonough en Egolf; De eend in Nederland, auteur de Lange; Collectie 2CV Citroën, uitgever Hachette, Archief Karel Suyling-Citroën, uitgever [Z]OO producties, Citroën, une saga publicitaire, uitgever le Musée de la Publicité, Folders uit verschillende landen, collectie Archief EEEC en privé collecties.